Ik heb iets met verschoppelingen. Mensen die in de steek worden gelaten, niet gezien worden, in een liefdeloos bestaan zitten. Dat zal wel iets te maken hebben met mijn verleden. Maar juist daarom ken ik ook de kracht van de verschoppeling. Mensen die buiten de boot vallen vind ik meestal boeiend, wijs en sterk. Wat betreft Kya, de hoofdpersoon uit de roman ‘Daar waar de rivierkreeften zingen’ van Delia Owens, moet daar ook nog ‘diep ontroerend’ aan worden toegevoegd. Het is een ongekend schitterend verhaal over een moerasmeisje dat door iedereen verlaten wordt, maar overleeft door haar liefde voor de natuur.
De vrije teugel
Die Delia Owens. De inmiddels 74-jarige Amerikaanse moet best een beetje verrast zijn door het enorme succes van haar eerste roman, die vijf jaar geleden werd gepubliceerd. Een indrukwekkende loopbaan als biologe had ze al achter de rug, inclusief tientallen jaren van het bestuderen van leeuwen en olifanten in Afrika. Ook had ze al een paar non-fictie boeken uitgebracht, samen met haar toenmalige echtgenoot. Maar een roman schrijven, dat is andere koek. Wel iets heerlijks, vindt Owens. Tijdens een lezing vertelt ze: ‘Ik vergelijk het met paardrijden. Bij een non-fictieverhaal moet je overal op letten, je bij de feiten houden. Daar staat een muur, verderop een hek: daar moet jij je een weg door banen. Fictie schrijven is anders: dan kun je op je paard zomaar het open veld in rennen. De vrijheid in.’
Poëtische beschrijvingen
Owens wilde door het schrijven van een roman ontdekken wat afzondering en eenzaamheid een mens kunnen doen. Ze had het al gezien tijdens haar eerdere werk: ook in de dierenwereld worden er wezens verstoten. De overeenkomsten tussen mens en dier vindt ze sowieso opzienbarend. ‘Ons gedrag lijkt op hun gedrag. Het zit in onze genen, ons instinct.’ Ze doelt op groepsgedrag, hofmakerij, maar ook op bedrog. ‘Camouflage gebruiken om je te verstoppen, dat ís bedriegen’, verklaart ze. Haar intensieve studie van de natuur levert in het boek een schat aan beeldende beschrijvingen op. Poëtische zinnen waar je even over moet nadenken. Beeldspraak en symboliek die het hart raken. Hoe doet ze dat? ‘Ik ben eigenlijk altijd aan het schrijven. Of ik nou aan het wandelen ben of aan het afwassen: mijn geest houdt er nooit mee op. Naast mijn bed heb ik altijd een pen en blocnote liggen. Naar een leeg scherm staren: daar krijg ik geen inspiratie van. Die krijg ik wel als ik door de bergen ga wandelen, met een beekje dat naast me stroomt. Een hoofdstuk zie ik als een foto. Ik wil de lezers mijn foto’s laten zien.’
Zoeken naar vriendschap
Owens was als kind al graag in de natuur. Haar vakanties bracht ze vaak door in North-Carolina, waar de moerassen zijn die ze zo paradijselijk in haar boek beschrijft. Owens moeder stimuleerde de avontuurlijke geest van haar dochter door haar aan te raden naar de plek te gaan ‘waar de rivierkreeften zingen’. Dat betekent: heel diep de natuur in. Hoofdpersoon Kya doet niet anders. Ze woont in een hut in het moeras, waar familieleden haar allemaal verlaten, stuk voor stuk. Oorzaak? Een alcoholische en gewelddadige vader. Op haar tiende is hij de laatste die niet meer terugkeert en moet ze het zelf zien te redden. Het zijn de jaren 60 van de vorige eeuw, en in het nabijgelegen dorp wordt ze als ‘armoedig tuig’ gezien. Ze weet een manier te vinden om te overleven, door te vissen en mosselen te verkopen. Ze gaat zelfs een enkele vriendschap aan, al is ze zo geknakt dat ze dat heel lastig vindt. Ze wordt een mooie vrouw, en daarmee een uitdaging voor de haantjes in het dorp. Kya krijgt een relatie met de populaire Chase, maar hij heeft niet bepaald edele motieven. Als Chase op een dag dood wordt gevonden, zijn alle pesterige ogen gericht op Kya. Die ‘heks’ moet het wel op haar geweten hebben! Een zoektocht naar de ware toedracht volgt.
Het verhaal is op zichzelf een buitenbeentje. Zo’n juweeltje dat je maar zelden treft. Een boek dat je niet weg wilt leggen, en mist zodra je het uit hebt. Kya gaat onder je huid zitten. Je wilt haar omarmen en troosten. Je voelt door haar dat we allemaal natuur zijn, onderdeel van een groter geheel, of je nu uitgestoten bent of niet. ‘Ben jij Kya?’, vraagt een lezer tijdens de presentatie. De schrijfster antwoordt: ‘Ik denk dat we allemaal wel iets van haar hebben.’
* Meer weten? Delia Owens geeft wel eens lezingen, die terug te vinden zijn op Youtube.